Geschiedenis
Nederlanders in Noorwegen – 1550 - 1750
Door Margit Løyland
Nederlandse schepen ”zochten in alle hoeken en gaten” naar hout en voedsel, schreef de tolbeambte in Flekkefjord in het midden van de zeventiende eeuw aan de overheid in Kopenhagen. Hij was een van de vele ambtenaren die Nederlandse schepen observeerde langs de Noorse kust in de vroeg moderne periode. Er was bijna geen fjord, rivier of havengebied dat geen bezoek kreeg van Nederlanders uit Holland, Friesland, Zeeland of uit één van de vier andere provincies in de jonge en expanderende Republiek.
Noorse emigratie naar Nederland in de zeventiende en achttiende eeuw
Door Hans Nicolai Nissen
Vanaf het einde van de zestiende eeuw ontwikkelde de Republiek der Verenigde Nederlanden zich tot toonaangevende van de wereld op het gebied van de handel. Samen met een aantal andere factoren leidde dit tot een instroom van buitenlanders uit heel Europa naar Nederland. Ook Noren namen deel aan deze immigratie.
De emigratie van Noorse vrouwen naar Amsterdam 1600-1750
Door Kariin Sundsback
Tienduizenden Noorse vrouwen en mannen verhuisden naar Nederland op zoek naar een beter leven. Het grootste deel van hen kwam uit kustgebieden in het zuiden en het zuidwesten van Noorwegen. Aangezien heel Noorwegen in deze periode slechts ongeveer 500 000 inwoners had, was de emigratie van duizenden Noren in de Noorse kustplaatsen sterk merkbaar. Hoewel velen in deze periode ook uit andere gedeelten van Noord Europa naar Amsterdam verhuisden, was de migratie van de Noren uniek, en dan met name de migratie van de Noorse vrouwen, zowel uit Europees als uit Nederlands perspectief. Deze vrouwen verhuisden niet alleen samen met hun families of echtgenoten, maar veel jonge, ongetrouwde Noorse meisjes vertrokken alleen naar Amsterdam, in tegenstelling tot vrouwelijke migranten uit andere gebieden.
Het handelshuis Marselis:
Koper en maalstenen in Vågå en Sel in de zeventiende eeuw
Door Ivar Teigum
Het Nedelandse handelshuis Marselis had economische interessen in de Noorse bergdorpen Vågå en Sel in de periode 1653-1685. Gedurende zes jaar in de jaren vijftig van de zevetiende eeuw, had Selius Marselis Het gudbransdaalse Koperwerk in Sel in pacht van de Deense koning. Zijn broer Gabriel nam de boederij Tolstad in Vågå in pacht met een waardevol maalsteenberg in 1661. Dit eigendom was in het pachtbezit van de familie tot 1685.